Ervaringsverhaal
Veronique Heilig, 39
“Ik had niet verwacht dat ik het zo helend zou vinden om
het proces van een ander mee te maken.”
“In mijn leven heb ik al veel hulpverleners gesproken en kreeg ik meerdere diagnoses. Ik heb veel meegemaakt in mijn leven en ben eigenlijk altijd gevoelig geweest voor depressies. Daarnaast heb ik veel lichamelijke klachten die lang aanhouden. Eigenlijk zorgde niets er concreet voor dat ik me echt beter ging voelen. Dit werd mentaal steeds lastiger om vol te houden. Toen ik tijdens de pandemie covid opliep en daar ernstige post-covid aan overhield, liep mijn emmer weer volledig over en begon de hulpverleningsmolen weer te draaien.
Covid zorgde ervoor dat ik lichamelijk bijna niks meer zelfstandig kon. Zonder scootmobiel kon ik het huis niet uit. Voor het lichamelijke deel ging ik naar de revalidatie bij mij in de buurt. Maar voor het mentale stuk had ik nog geen hulp en dat werd een steeds grotere last om te dragen. Via de huisarts kwam ik bij de POH. Die schatte in dat mijn complexe situatie misschien goed zou passen bij de brede aanpak van MoleMann.
Brede aanpak
Ik voelde heel erg de behoefte om van vooraf te beginnen. Waar in mij zit nou datgene dat steeds weer problemen oplevert? Ik raakte er steeds meer van overtuigt dat wat er in mijn lichaam gebeurt samenhangt met mijn geestelijke toestand. Ik zat vast in mijn hoofd en door de lichamelijke ellende werd dat niet beter. Ik wist niet meer hoe ik verder moest. Elke keer ging het dan weer iets beter, maar dan gebeurde er altijd wel iets waardoor mijn situatie weer als een kaartenhuis in elkaar stortte. Ergens moet er iets grondig veranderen, wist ik, zodat ik op een andere manier beter verder kan. Ik had niet de illusie dat alles opgelost kon worden, maar ik wilde mijn leven wel weer leuker gaan vinden.
Die brede aanpak van MoleMann sprak mij dan ook meteen wel aan. Het idee dat we samen zouden gaan kijken naar wat er bij mij past, dat diagnostiek en behandeling gecombineerd konden worden en dat de te bewandelen weg nog niet vast lag, sprak me heel erg aan.
“Ik ervaarde een flinke drempel om me aan te sluiten bij de groep.”
Groepstherapie
De intake duurde lang en was intensief. Op verzoek van de behandelaren nam ik mijn partner mee. Ik kreeg het advies om deel te nemen aan de ACT-groep. ACT staat voor Acceptance en Commitment Therapie. Een therapievorm gericht op acceptatie van je klachten en in actie komen. Met ACT leer je een uitzichtloos gevecht met jezelf los te laten en je aandacht te richten op wat je belangrijk vindt in het leven. Je leert bewuster keuzes te maken hoe je je wilt gedragen in je dagelijkse leven en je leert hoe je je eigen voornemens om dingen anders te gaan doen, ook daadwerkelijk tot uitvoer kunt brengen.
Ik ervaarde een flinke drempel om me aan te sluiten bij de groep, dus ik ben met de individuele therapie begonnen. Ondertussen werd ook de diagnostiek afgerond en werd mijn medicatie aangepast. Dat maakte zoveel verschil, dat mijn kijk op deelname aan de groep positiever werd. Ik was eerst nog zo in mijn schulp gekropen. Blijkbaar moest ik eerst gericht met mezelf aan de slag.
Saamhorigheid
De groep bleek intens waardevol te zijn. Het gaf zoveel herkenning. Er was één andere deelnemer met post-covid. De rest had hele andere wegen bewandeld. Maar het feit dat je allemaal op hetzelfde punt bent en als deelnemer in een therapiegroep bent belandt, schepte echt een band. En dat terwijl het zo’n bijzondere combinatie van mensen was. Ik vond het erg fijn om te merken dat ik niet de enige ben die worstelt. Iedereen in de groep voelt pijn en we hebben allemaal onze onzekerheden en terughoudendheid.
Sowieso vond ik het heel fijn om in een veilige omgeving zo open te kunnen praten. In het dagelijks leven in je eigen omgeving moet je toch altijd uitleggen wat er met je aan de hand is, waarom je doet zoals je doet. Dat is best heel eenzaam. In de groep begreep iedereen elkaar veel sneller en begreep ook hoe zwaar iets kon zijn. Tegen verwachtingen en vooroordelen aanlopen bijvoorbeeld. Of ongevraagd advies en tips voor wondermiddelen krijgen. Met elkaar bespraken we hoe je daar dan mee om moet gaan. In mijn eigen omgeving komt ik zelden iemand tegen die in hetzelfde schuitje zit. Of die vertellen het niet.
Het fijnste vond ik de saamhorigheid en het samen oefenen. Ik had niet verwacht dat ik het zo helend zou vinden om het proces van anderen van dichtbij mee te maken. Je bent in zo’n groep niet alleen maar met jezelf bezig. Ik vond het ook prettig om me op anderen te focussen, met een ander zijn zorgen bezig te zijn. Ik merkte ook hoe goed het voelt om blij te zijn voor een ander. Te zien dat iemand een openbaring heeft. Dat het kwartje bij hem valt. Ik ontdekte dat ik er echt mag zijn en dat ik mezelf prioriteit mag geven. Op een gegeven moment ga je kijken welke keuzes voor jou verstandig zijn. En welke voor anderen verstandig zijn. Daarbij hebben we elkaar echt kunnen helpen het minder zwaar te maken voor onszelf.”